GR 5A Geraardsbergen - Aalst 41 km

Geraardsbergen (Frans: Grammont) is een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De stad ligt in de Denderstreek, aan de Dender en tegen de Oudenburg aan. De stad in de Vlaamse Ardennen telt ruim 34.000 inwoners (2023), die Geraardsbergenaars worden genoemd. In de wielrennerswereld is de stad berucht vanwege de steile en heuvelachtige Muur van Geraardsbergen. De stad is ook bekend om zijn mattentaart. Het jaarlijkse feest van Krakelingen en Tonnekensbrand is door UNESCO erkend als Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. De heilige Bartholomeus en Adrianus zijn haar patroonheiligen. De plaatselijke benaming voor Geraardsbergen luidt Giesbaargen.

Geraardsbergen werd na 1060 gesticht door Boudewijn VI van Vlaanderen wegens zijn strategische ligging op een heuvel aan de rechteroever van de Dender op de grens met het hertogdom Brabant en het graafschap Henegouwen. Het graafschap Vlaanderen was tot 1046 in het oosten begrensd door de Schelde. In dat jaar palmde Boudewijn V, graaf van Vlaanderen het gebied tussen de Schelde en de Dender in (Rijks-Vlaanderen). De oostgrens werd vanaf dan de Dender en de steden op deze rivier moesten het nieuw verworven gebied beschermen. Vervolgens kocht Boudewijn de heuvel met het omringend gebied van Geraard van Hunnegem, vandaar de naam Geraardsbergen die hij aan de nieuwe plaats gaf. Maar de plaatsnaam Geroaldi Montem, de Latijnse vertaling van Geraldsberg, is al eerder geattesteerd nog voor Geraardsbergen als oppidum is gesticht. Dit gegeven roept op zijn minst toch vragen op over de stelling als zou het oppidum genoemd zijn naar de lokale heer Geraard van Hunnegem. Is dit oppidum gesticht op de plaats die bekendstaat onder de naam Geraardsbergen en moet deze stichting dan niet worden gezien als een verschuiving van niveau waarbij de bestaande nederzetting Geraardsbergen promoveert tot de status stad? De pre-stedelijke Frankische nederzetting Hunnegem ligt trouwens op de linkeroever en buiten de oorspronkelijke ommuurde stadskern op de rechteroever op de flank van de Oudenberg. In 1068 ontving de plaats reeds stadsrechten van de nieuwe graaf Boudewijn VI. De stadskeure werd op het einde van de 12e eeuw schriftelijk bevestigd door Filips van de Elzas.

Flandria Illustrata van Sanderus, 1641: Geraardsbergen, links van de grote Markt het stadhuis

In 1081 overtuigde Robrecht I de Fries, hierin geruggensteund door de heer van Boelare, de Benedictijnen om hun abdij te verhuizen van Dikkelvenne naar Geraardsbergen. Zo ontstond de Sint-Pietersabdij. In 1175 werden de relieken van Sint-Adrianus overgebracht naar Geraardsbergen waarbij de abdij werd omgedoopt naar de naam Sint-Adrianusabdij. De abdij, die van grote betekenis zou worden voor de stad, kende een grote bloei en een belangrijk abdijcomplex werd uitgebouwd. De verering van Sint-Adrianus als beschermheilige tegen de pest gaf Geraardsbergen zulk een uitstraling dat de stad ook wel Adrianopolis werd genoemd. Verscheidene mirakels zouden toegeschreven zijn aan de verering van de heilige Adrianus.

Het stadhuis van Geraardsbergen

Vanaf de 12e eeuw werd Geraardsbergen een centrum van lakennijverheid en kende een grote bloei. De stad ontwikkelde zich vanaf de 13e eeuw verder op de linkeroever van de Dender. In 1332 werden er nieuwe vestingmuren, torens en zes stadspoorten gebouwd. In Geraardsbergen ontwikkelde zich een middeleeuws stadspatroon met een hoge stad en een lage stad.

De bloei van de stad stagneerde verscheidene malen door belegeringen, branden en epidemieën. In de strijd tussen de graven van Vlaanderen en de stad Gent koos Geraardsbergen de kant van Gent en werd in 1381 hierom door de troepen van de graaf platgebrand. De stad werd in grootte voorbijgestreefd door steden zoals Aalst en Oudenaarde.

In de 15e en 16e eeuw was Geraardsbergen, net als Oudenaarde, Brussel, Aalst en Edingen, bekend door de productie van wandtapijten (verdures). De productie was van een hoogstaand niveau. Pronkstukken zijn wereldwijd verspreid in musea van onder andere Boston, Wenen en Madrid.

In de 16e eeuw werd Geraardsbergen geteisterd door een grote brand in 1549 en door verscheidene pestepidemieën tussen 1558 en 1585. Op het einde van de 16e eeuw waren er nog slechts 182 huizen bewoond.

Vanaf de 17e eeuw begon Geraardsbergen opnieuw te bloeien. De lakennijverheid kende haar hoogtepunt en in 1697 deed de kantnijverheid haar intrede. Vooral de zware Chantillykant uit Geraardsbergen werd internationaal verhandeld. Tussen 1840 en 1870 kende de kantindustrie haar grootste bloei.

Ondertussen was er in 1838 een luciferfabriek opgericht en in 1849 werd er begonnen met het produceren van sigaren. Geraardsbergen werd een steeds belangrijker wordende industriestad en werd ontsloten door de spoorlijn naar Aalst en Brussel in 1855 en een spoorlijn naar Melle en 's-Gravenbrakel in 1867.

Geraardsbergen groeide in de 20e eeuw uit tot een regionale stad. Wegens de te kleine oppervlakte van de stad begonnen de inwoners na de Tweede Wereldoorlog uit Geraardsbergen weg te trekken naar de aangrenzende randgemeenten. Hier werden belangrijke uitbreidingen gerealiseerd die aansloten bij het stadscentrum van Geraardsbergen. De aangrenzende randgemeenten werden bij de fusie in 1971 opgenomen bij de stad. De verder gelegen randgemeenten bleven landelijk en werden in 1977 bij de stad gevoegd.


 GERAARDSBERGEN - AALST































Reacties

Populaire posts van deze blog

De Marultocht 7 km

Dag 1 IML tocht Viborg (Den.) 20 km

Polygon Wood wandelroute 7 km